Roofvogelen met een telescoop | Aaldrik Pot

Roofvogelen met een telescoop | Aaldrik Pot

Roofvogelen met een telescoop

Om met de deur in huis te vallen, ik heb een nieuwe telescoop gekocht. Niet gekregen en ook niet gesponsord c.q. opgedrongen. Zelf uitgezocht en betaald. En nee, ik ga hem u niet aanbevelen, maar wel vertellen wat ik er mee doe en waarom ik tot deze keuze ben gekomen.

Lange tijd gebruikte ik een oude Kowa TSN-1 van mijn werkgever, tot ik in een vlaag van verstandsverbijstering een bureaufunctie binnen de dienst aanvaardde en de telescoop moest inleveren. Daarvoor had ik een Vixen S60 en de laatste tijd gebruikte ik vooral een good old Nikon ED78. Allemaal telescopen uit een vorige eeuw en waarmee je tegenwoordig niet meer de blits maakt, maar die over het algemeen nog prima functioneren. Vooral die Nikon is van verbazingwekkend hoge kwaliteit.

Toch werd het tijd voor een nieuwe, vooral omdat de brede, maar wat stroef lopende scherpstelring in het hart van de telescoop bij veelvuldig gebruik tot pijn in mijn beurse polsgewrichten leidt. Het moest dus een telescoop worden met een soepel lopende scherpstelknop bovenop en dan neemt de keuzevrijheid snel af. En zo kwam ik dus weer bij Kowa uit, in mijn geval is het de TSN 773 Prominar geworden. Hij is iets compacter en lichter dan zijn grote broer de 883. Hij past nog in mijn 45 liter dagrugzak en dat is handig als ik hoog in de bergen steenarenden en lammergieren wil observeren. Het oculair is hetzelfde, een 25-60 wide zoom.

Het allerbelangrijkste aan een scope is voor mij dat ik er kleurringen van vogels (raven, scholeksters, meeuwen, lepelaars et cetera) mee kan aflezen. En dus heb ik hem ook vooral met dat doel voor ogen getest. Daartoe heb ik een kleurring van een kokmeeuw, die ik van een dood gevonden vogel heb afgehaald, over een stokje geschoven en in de grond gestoken. Dat stokje plaatste ik steeds verder weg tot ik de cijfercombinatie niet meer kon aflezen. Ter vergelijking zette ik de Nikon met een soortgelijk oculair ernaast, die beviel op dat vlak immers prima.

test opstelling

Testopstelling voor de telescoop. Op 80 meter afstand (rode pijl) staat een stokje met daarop een witte kleurring van een kokmeeuw met daarop de inscriptie AJ65 (geringd in Duitsland ten noorden van de Holsteinische Schweiz in 2015, dood gevonden op Rottumerplaat in 2019). De andere zwarte kleurring met inscriptie P is van een scholekster. Op deze afstand, ingezoomd tot 60x, zijn de ringen nog prima af te lezen. De foto is gemaakt met een compactcamera door de telescoop.

Tot mijn grote vreugde bleek de Kowa niet alleen veel scherper op grote afstand, maar ook meer licht door te laten. Ergo, ik kan op nóg grotere afstand een ring aflezen met een veel rustiger en helderder beeld. En gelukkig bleek de diameter van het oculair ook goed aan te sluiten bij mijn wat diep liggende oogkassen. Geen zwarte vlekken in beeld dus en daar was ik wel wat bang voor gezien eerdere ervaringen met andere merken. Zo zal iedereen zijn eigen ‘handicaps’ hebben om tot een andere keuze te komen. Een tip dan, ga niet teveel af op aanbevelingen als ‘dit is de allerbeste telescoop’. Voor jou kan het, bijvoorbeeld om bovenstaande persoonlijke redenen, wel een onding zijn.

Genoeg geleuterd over spullen, tijd om het veld in te gaan want daar gebeurt het! Eerder gebruikte ik de scoop al om op het Fochteloërveen naar gekleurringde paapjes te kijken en hij bleek ook goed te bevallen bij het opsporen van wespendieven op grote afstand. De afgelopen weken heb ik de scoop echter intensief gebruikt in de bergen. Onder meer om naar lammergieren te kijken.

In het najaar verblijven mijn vrouw Nicolette en ik vaak twee weken in en rond het ‘nationalpark’ in Zwitserland. We nemen vanuit pension La Randulina in het plaatsje Ramosch gasten mee de bergen in. We gaan onder meer op zoek naar steenbokken en gemzen en voor velen is het zien van zo’n prachtig bergwezen door een telescoop een bijzondere ervaring. Een zwart stipje op een berghelling verandert ineens in een levend beest. Voor die gelukzalige blikken sjouw ik graag een paar uurtjes met een telescoop rond.

lammergier

In de verte vliegt een juveniele lammergier langs de kam van de berg. Met de telescoop zijn de details gelukkig goed te zien. (foto Nicolette Branderhorst)

Zelf was ik buitengewoon in mijn nopjes met de scoop tijdens het observeren van lammergieren tijdens de zogenaamde Bartgeier Beobachtungstage, georganiseerd door de Stiftung Pro Bartgeier (www.bartgeier.ch) In het hele Alpengebied staan op een vaste dag begin oktober vogelaars paraat om lammergieren te tellen. Daarbij gaat het natuurlijk niet om een eindeloze stroom vogels, maar om enkelingen. De kunst is echter om uit te vogelen of het bij meerdere waarnemingen gaat om andere vogels. En daarvoor is een telescoop onontbeerlijk.

Uiteindelijk zagen wij in negen verschillende waarnemingen ten minste drie verschillende vogels: een adult, een jong van dit jaar en een jong van vorig jaar. Het verschil in het verenkleed tussen met name de eerste en tweedejaars vogel (lichtere buik, geen lichte vleugelstreep meer) is niet altijd even gemakkelijk te zien. En ook bij oudere, maar nog niet volwassen, lammergieren valt het niet altijd mee om de vogel de juiste leeftijd toe te kennen. Maar leuk is het zeker wel en je hebt met zo’n telescoop voor je neus voortdurend aanspraak van wandelaars. Ook veel Zwitsers hebben nog nooit een lammergier of steenarend gezien. Fantastisch toch om met zo’n apparaat de natuur letterlijk en figuurlijk een beetje dichterbij te brengen?

lammergier vlucht

Nagenoeg adulte of adulte lammergier. Alleen aan eventuele lichtere dekveren op de bovenzijde van de vleugels (op de foto niet zichtbaar) is nog te zien of het om een adulte of subadulte vogel gaat. (Nikon D500, Sigma 100-400).